Galeries.nl, 17.10.2009, Benno Tutein Nolthenius.

Boogconstructies zijn sterk. Ook bouwers van Romaanse kerken maakten er al gebruik van. Tijdens een introductieweek op de TU Twente in 1970 moesten de eerstejaars van hout en spijkers een overspanning maken over een watertje. De meeste groepjes bouwden een skelet in de vorm van een zaagtand, echt vakwerk. Eén groepje daarentegen stond onder leiding van professor Wiebe Draijer (1924-2007, interessant cv!). Ze kromden de planken door ze om een boomstam te spannen en die een paar lagen dik aan elkaar te timmeren. Verder hadden ze tussen de twee grote bogen dwarslatten getimmerd, als een gebogen ladder, zoiets als de onderste boog van het werk van Vincent Ganivet (1976). Ik denk twee keer zo breed en om de 15 cm een dwarslat. Toen hij over het water werd geschoven zag je direct dat de elegante boog superieur was ten opzichte van al die andere bruggen. Bij sommige groepjes brak de constructie al in stukken als één persoon wilde oversteken. Een soort 'Ter land, ter zee en in de lucht', met het onvermijdelijke natte pak. De boog daarentegen bleek ijzersterk te zijn. Uiteindelijk ging er zelfs iemand met een fiets overheen. Met succes. De meeste navolgers kwamen toch in het water terecht door gebrek aan stuurmanskunsten. Het is altijd een kwestie van balans, ook in het werk van Vincent. McDonalds zou vast in zijn nopjes zijn als de hoge boog in geel en dubbel was uitgevoerd.