Emily Kocken
Come-Go-Stay
10.10.2015 — 21.11.2015Come-Go-Stay
Emily Kocken
Come-Go-Stay
10.10.2015 — 21.11.2015Come-Go-Stay
In zijn essay Of Man and Beast schrijft George Steiner over die vreemde onlosmakelijke band die de mensheid met dieren heeft. Een ongemakkelijke relatie die deels is voortgekomen uit noodzaak en volgens hem heeft geleid tot een ongekende en nog steeds voortdurende uitbuiting.
Tegenover die onophoudelijke exploitatiedrift hebben wij met bepaalde dieren ook een affectieve band. Wij herkennen een onschuldige puurheid in wilde wezens. Onze link met de natuurlijke eenvoud van het verloren Paradijs aldus Steiner. Het is een affectie die hij ook in kunst terugziet. In de precieze observaties van Dürer of Picasso om tot de essentie te komen van een dier. En zo eindigt Steiner zijn essay met een teder portret van de honden die hij met zijn gezin heeft grootgebracht.
Die hechte en intieme band tussen hond en mens vormt de basis voor de tentoonstelling Come – Go – Stay van Emily Kocken in West. De titel doet met zijn eenvoudige kracht denken aan de commando’s bij het africhten. De woorden zijn echter afgeleid uit Gertrude Steins gedicht Sacred Emily. De Amerikaanse schrijfster had een poedel als huisdier en een foto van het paar vormde een inspiratiebron voor Kocken.
Ster van de expo is de statige reu Silas. Een heuse showdog die met een geschoren vacht en zijn fiere pose imponeert ook al heeft het op het eerste gezicht iets absurds en kitscherigs. Kocken bouwde een performance om hem heen waarbij de installatie Left Again Left Again als een soort catwalk fungeert. De performance die op een iPad is terug te zien, laat zich nog het beste omschrijven als een kruising tussen een hondenshow en een absurdistisch toneelstuk over de liefde tussen mens en dier. Kocken draagt een pruik en lijkt zich te willen spiegelen aan het uiterlijk en het afgerichte gedrag van Silas. Bewegingen worden gekopieerd en blikken uitgewisseld. Kockens mimiek en wat theatrale houding geven het ritueel ook iets treurigs en wanhopigs. Is het Steiners verloren paradijs dat zij in de ogen van Silas probeert terug te vinden? Of is het juist de illusie van onvoorwaardelijke trouw waar zij naar smacht?
Het is natuurlijke een dubbele performance, maar zo is de relatie tussen hond en mens ook. De aangeleerde trouw is gebaseerd op een afhankelijke machtsrelatie. Zo is het wilde door de mens schijnbaar getemd tot iets beschaafds en presentabels, maar ergens blijft een hond altijd een hond. Die spanning komt tijdens de performance ongepland tot uiting als Silas verwart uit zijn rol stapt en even zijn baasje probeert terug te vinden. Een verdere laag in de rollen die mens en hond met elkaar spelen.
Naast de performance bestaat de expo uit wat teksten verzameld in een boekwerk en wat objecten zoals een voederschaal en een tekening. Een video-installatie bestaande uit 6 korte films toont Kocken en Silas in verschillende situaties. Wederom is er een spiegelingen van gebaren en een theatrale hunkering van Kocken om op te gaan in de beleving van Silas. De treurige moderne klassieke muziek die de beelden begeleidt geeft de beelden een fatalistisch lading. Als een gedoemde liefde die alleen door onbegrijpelijke rituelen nog in stand kan worden gehouden.
Uiteindelijk onderzoekt Come – Stay – Go de (on)mogelijkheid om je te verplaatsen in het zijn van een ander wezen. Het doet daarbij zijdelings denken aan Bill Viola’s vroege videowerk I don’t know what it is I am like waarin hij een poging onderneemt om het bewustzijn van dieren visueel te vangen door lange shots van de ogen van vogels, reptielen en zoogdieren. In die uitwisseling van blikken zit al een eerste stap om te komen tot een vorm van empathie voor het bestaan van een ander levend wezen. Zoals in het huidige nummer van Metropolis M wordt geopperd is nu misschien het moment aangebroken om die relatie op een andere manier in te vullen. Kocken probeert vanuit die optiek ons ook aan het denken te zetten over een schijnbaar onoverbrugbare kloof die op een nieuwe wijze gedicht moet worden.
Tegenover die onophoudelijke exploitatiedrift hebben wij met bepaalde dieren ook een affectieve band. Wij herkennen een onschuldige puurheid in wilde wezens. Onze link met de natuurlijke eenvoud van het verloren Paradijs aldus Steiner. Het is een affectie die hij ook in kunst terugziet. In de precieze observaties van Dürer of Picasso om tot de essentie te komen van een dier. En zo eindigt Steiner zijn essay met een teder portret van de honden die hij met zijn gezin heeft grootgebracht.
Die hechte en intieme band tussen hond en mens vormt de basis voor de tentoonstelling Come – Go – Stay van Emily Kocken in West. De titel doet met zijn eenvoudige kracht denken aan de commando’s bij het africhten. De woorden zijn echter afgeleid uit Gertrude Steins gedicht Sacred Emily. De Amerikaanse schrijfster had een poedel als huisdier en een foto van het paar vormde een inspiratiebron voor Kocken.
Ster van de expo is de statige reu Silas. Een heuse showdog die met een geschoren vacht en zijn fiere pose imponeert ook al heeft het op het eerste gezicht iets absurds en kitscherigs. Kocken bouwde een performance om hem heen waarbij de installatie Left Again Left Again als een soort catwalk fungeert. De performance die op een iPad is terug te zien, laat zich nog het beste omschrijven als een kruising tussen een hondenshow en een absurdistisch toneelstuk over de liefde tussen mens en dier. Kocken draagt een pruik en lijkt zich te willen spiegelen aan het uiterlijk en het afgerichte gedrag van Silas. Bewegingen worden gekopieerd en blikken uitgewisseld. Kockens mimiek en wat theatrale houding geven het ritueel ook iets treurigs en wanhopigs. Is het Steiners verloren paradijs dat zij in de ogen van Silas probeert terug te vinden? Of is het juist de illusie van onvoorwaardelijke trouw waar zij naar smacht?
Het is natuurlijke een dubbele performance, maar zo is de relatie tussen hond en mens ook. De aangeleerde trouw is gebaseerd op een afhankelijke machtsrelatie. Zo is het wilde door de mens schijnbaar getemd tot iets beschaafds en presentabels, maar ergens blijft een hond altijd een hond. Die spanning komt tijdens de performance ongepland tot uiting als Silas verwart uit zijn rol stapt en even zijn baasje probeert terug te vinden. Een verdere laag in de rollen die mens en hond met elkaar spelen.
Naast de performance bestaat de expo uit wat teksten verzameld in een boekwerk en wat objecten zoals een voederschaal en een tekening. Een video-installatie bestaande uit 6 korte films toont Kocken en Silas in verschillende situaties. Wederom is er een spiegelingen van gebaren en een theatrale hunkering van Kocken om op te gaan in de beleving van Silas. De treurige moderne klassieke muziek die de beelden begeleidt geeft de beelden een fatalistisch lading. Als een gedoemde liefde die alleen door onbegrijpelijke rituelen nog in stand kan worden gehouden.
Uiteindelijk onderzoekt Come – Stay – Go de (on)mogelijkheid om je te verplaatsen in het zijn van een ander wezen. Het doet daarbij zijdelings denken aan Bill Viola’s vroege videowerk I don’t know what it is I am like waarin hij een poging onderneemt om het bewustzijn van dieren visueel te vangen door lange shots van de ogen van vogels, reptielen en zoogdieren. In die uitwisseling van blikken zit al een eerste stap om te komen tot een vorm van empathie voor het bestaan van een ander levend wezen. Zoals in het huidige nummer van Metropolis M wordt geopperd is nu misschien het moment aangebroken om die relatie op een andere manier in te vullen. Kocken probeert vanuit die optiek ons ook aan het denken te zetten over een schijnbaar onoverbrugbare kloof die op een nieuwe wijze gedicht moet worden.
In de expositie Come Go Stay in West Den Haag staat één voorstelling centraal: een vrouw met een poedel. De poedel wordt belichaamd door de veelbekroonde, zeer intelligente Silas. De hond heeft prachtige bruine krulletjes en een bloot geschoren fluwelen achterwerk. De vrouw is in dit geval kunstenaar Emily Kocken, die de poedel lijkt te imiteren met een bruine krulletjes-pruik, een nette blouse en een ‘huidkleurige’ (onder)broek, panty en schoenen. Voor de performance Left Again/ Left Again (2015) heeft Kocken het gedicht Sacred Emily van schrijfster Gertrude Stein (1874 - 1946) bewerkt tot commando’s voor een hond. In het midden van de expositieruimte staat een licht oranje decorstuk, een hondenpodium. Het publiek wordt voor één muur gepositioneerd. Kocken laat Silas op en rond het podium in een hoog tempo de commando’s uitvoeren. Deze vindt het iets te spannend, en stapt wegens concentratieproblemen een keer van het podium. Halverwege draagt Kocken een stuk tekst voor, de hond snapt er nu niets meer van. De opstelling lijkt een hondenshow, maar dan vetter aangezet - zowel in beweging als in make-up. Net als in een echte hondenshow is de hond een decorstuk, gebruikt voor zijn esthetische kwaliteiten.
Kocken heeft een bijzonder interessant oeuvre, onder meer bestaande uit haar intelligente debuutroman Witte Vlag uit 2013, waarin een stervende hond als katalysator dient voor het aftakelende huwelijk van de hoofdpersoon. De zwijgzame aanwezigheid van de hond (levend object, noemt Kocken Silas op haar website) is niet echt een personage, maar dient als projectiescherm voor relatieproblemen. Dit doet denken aan de documentaire film Tierische Liebe (1996) van Ulrich Seidl waarin misschien wel de meest extreme voorbeelden van dierenliefde centraal staan. Een verlaten man knuffelt zijn mopshond. In een andere scene knuffelt zijn ex-vrouw diezelfde mopshond. Niet-aflatend fluisteren ze het knorrende beest de meest intieme dingen toe: ‘ja wat moet papa als jij er niet bent he, dan zit hij weer de hele dag in het café te drinken en op de gokmachines’ en ‘we zijn helemaal alleen want mama heeft ons verlaten, nu zijn we met z’n tweetjes’.
In het boek Imperativo! Canino e femina wat Kocken voor de expositie geschreven heeft, dient de hond ook als instrument, maar nu om nader tot de lezer te komen. Deze wordt regelmatig direct aangesproken, als performer: 'while watching your jumping choreography please have a standard poodle with the hair color "apricot" watch you watch the video', en als geïnteresseerde: 'Jullie vragen je af hoe ‘het zit’ met het trainen van een poedel.” De tekst is doorspekt met performance-instructies en scripts, en is geïndexeerd in categorieën als ‘Stein-o-logy’, ‘Femina Imperative’ en ‘Hybrid Community’. Ook wisselt ze steeds tussen talen, het Engelse stuk waarin het Nederlandse woord ‘dekreu’ steeds wordt toegepast is illustratief voor haar subtiele en komische taalgevoel. In Imperativo! Canino e femina lukt het Kocken de focus op het ene beeld van vrouw en poedel los te laten en een veelheid aan beelden op te roepen.
Vanaf het begin af aan was het duidelijk dat de omgang tussen mens en hond centraal staat in Come-Go-Stay, maar toch ontbreekt in deze relatie juist een zekere noodzaak of intentie. Bij Kocken speelt de hond de rol van decorstuk, projectiescherm of instrument, niet bepaald die van een volwaardige tegenspeler. Dit kan werken, bijvoorbeeld in Imperativo! Canino e femina waarin Kocken de hond gebruikt als beginpunt voor een talig onderzoek. Zodra de hond echter zelf aanwezig is, zoals in de performance, wordt het duidelijk in hoeverre zij de mens-hond relatie ontkracht door zich alleen op het publiek te richten. Datzelfde publiek vindt haar handelen vervolgens ongeloofwaardig aangezien ze haar eigen onderwerp, hoe vaak het ook in beeld is, uit het oog lijkt te verliezen.
In de 6-kanaals video-installatie Come-Go-Stay I - VI (2015) komt dit ook naar voren. In deze video’s van ongeveer drie minuten zien we Kocken en de poedel in het wild: op het strand. De beelden zijn fel en regelmatig belicht, en in slow-motion. Kocken maakt gebruik van video-transities waarin je het ene beeld nog ziet terwijl het volgende er alweer overheen komt, wat het onhandig en komisch maakt. In haar ‘hondenkostuum’ wat ze ook droeg tijdens de performance verhoudt ze zich op allemaal manieren tot de poedel, maar vooral tot de camera. Yoga eindigt in de beweging die een hond maakt als hij plast, Kocken en de hond drinken uit het gouden drinkbakje, Kocken speelt in het zeewater. Ze is op allerlei grappige manieren de verschillen en overeenkomsten tussen haar en de poedel aan het showen, die zich daar uiteraard niet bewust van is. Ze lijkt zowel de performance, het onderwerp als zelfs haar relatie tot de hond ironisch te behandelen. Op het moment dat ze haar onderwerp niet meer serieus neemt, doe ik dat ook niet meer.
Kocken heeft een bijzonder interessant oeuvre, onder meer bestaande uit haar intelligente debuutroman Witte Vlag uit 2013, waarin een stervende hond als katalysator dient voor het aftakelende huwelijk van de hoofdpersoon. De zwijgzame aanwezigheid van de hond (levend object, noemt Kocken Silas op haar website) is niet echt een personage, maar dient als projectiescherm voor relatieproblemen. Dit doet denken aan de documentaire film Tierische Liebe (1996) van Ulrich Seidl waarin misschien wel de meest extreme voorbeelden van dierenliefde centraal staan. Een verlaten man knuffelt zijn mopshond. In een andere scene knuffelt zijn ex-vrouw diezelfde mopshond. Niet-aflatend fluisteren ze het knorrende beest de meest intieme dingen toe: ‘ja wat moet papa als jij er niet bent he, dan zit hij weer de hele dag in het café te drinken en op de gokmachines’ en ‘we zijn helemaal alleen want mama heeft ons verlaten, nu zijn we met z’n tweetjes’.
In het boek Imperativo! Canino e femina wat Kocken voor de expositie geschreven heeft, dient de hond ook als instrument, maar nu om nader tot de lezer te komen. Deze wordt regelmatig direct aangesproken, als performer: 'while watching your jumping choreography please have a standard poodle with the hair color "apricot" watch you watch the video', en als geïnteresseerde: 'Jullie vragen je af hoe ‘het zit’ met het trainen van een poedel.” De tekst is doorspekt met performance-instructies en scripts, en is geïndexeerd in categorieën als ‘Stein-o-logy’, ‘Femina Imperative’ en ‘Hybrid Community’. Ook wisselt ze steeds tussen talen, het Engelse stuk waarin het Nederlandse woord ‘dekreu’ steeds wordt toegepast is illustratief voor haar subtiele en komische taalgevoel. In Imperativo! Canino e femina lukt het Kocken de focus op het ene beeld van vrouw en poedel los te laten en een veelheid aan beelden op te roepen.
Vanaf het begin af aan was het duidelijk dat de omgang tussen mens en hond centraal staat in Come-Go-Stay, maar toch ontbreekt in deze relatie juist een zekere noodzaak of intentie. Bij Kocken speelt de hond de rol van decorstuk, projectiescherm of instrument, niet bepaald die van een volwaardige tegenspeler. Dit kan werken, bijvoorbeeld in Imperativo! Canino e femina waarin Kocken de hond gebruikt als beginpunt voor een talig onderzoek. Zodra de hond echter zelf aanwezig is, zoals in de performance, wordt het duidelijk in hoeverre zij de mens-hond relatie ontkracht door zich alleen op het publiek te richten. Datzelfde publiek vindt haar handelen vervolgens ongeloofwaardig aangezien ze haar eigen onderwerp, hoe vaak het ook in beeld is, uit het oog lijkt te verliezen.
In de 6-kanaals video-installatie Come-Go-Stay I - VI (2015) komt dit ook naar voren. In deze video’s van ongeveer drie minuten zien we Kocken en de poedel in het wild: op het strand. De beelden zijn fel en regelmatig belicht, en in slow-motion. Kocken maakt gebruik van video-transities waarin je het ene beeld nog ziet terwijl het volgende er alweer overheen komt, wat het onhandig en komisch maakt. In haar ‘hondenkostuum’ wat ze ook droeg tijdens de performance verhoudt ze zich op allemaal manieren tot de poedel, maar vooral tot de camera. Yoga eindigt in de beweging die een hond maakt als hij plast, Kocken en de hond drinken uit het gouden drinkbakje, Kocken speelt in het zeewater. Ze is op allerlei grappige manieren de verschillen en overeenkomsten tussen haar en de poedel aan het showen, die zich daar uiteraard niet bewust van is. Ze lijkt zowel de performance, het onderwerp als zelfs haar relatie tot de hond ironisch te behandelen. Op het moment dat ze haar onderwerp niet meer serieus neemt, doe ik dat ook niet meer.
De relatie tussen mens en hond, daarover gaat het in de tentoonstelling 'Come-stay-go' van beeldend kunstenaar en schrijfster Emily Kocken in West in Den Haag. Daarvoor bracht ze veel tijd door met een abrikooskleurige poedel. Tjitske Mussche was er bij toen ze met de hond repeteerde voor een performance tijdens de opening.
Luister online hier
Luister online hier