Harmen de Hoop
New nature reserves and the animal liberation front
12.02.2009 — 14.03.2009 New nature reserves and the animal liberation front
Harmen de Hoop
New nature reserves and the animal liberation front
12.02.2009 — 14.03.2009 New nature reserves and the animal liberation front
AD, february 2009, Jan-Hendrik Bakker
Een nijlpaard in de gracht
ROTTERDAM - Wat is de overeenkomst tussen een dierenactivist en een kunstenaar? Ze doen alle twee bevlogen, maar nogal nutteloos werk. Beeldend kunstenaar Harmen de Hoop zegt het met een grijns.
In zijn werkkamer ligt een dikke map met krantenknipsels over het doen en laten van de dierenbeweging. Vrijdag opent in West in Den Haag een tentoonstelling over dierenactivisme. Waarom zo'n onderwerp?
Alles waar meningen met elkaar botsen en belangen conflicteren, interesseert me, zegt de kunstenaar. Als we het over dieren hebben, gaat het eigenlijk over ons mensen. De manier waarop we nu met dieren omgaan, zegt veel over onszelf. Enerzijds heb je het strijdbaar idealisme van het Animal Liberation Front, terroristen zeggen sommigen. Hun idealisme is eenzijdig en fanatiek. Anderzijds is er de Partij voor de Dieren, waar het truttigheidsgehalte heel hoog is. Zo'n Marianne Thieme ontkent gewoon de hardheid van de werkelijkheid. Het is typisch romantiek uit de Vinex-wijk. Je moet wel in grote luxe leven om je druk te maken over de goudviskom.
Harmen de Hoop maakt kunst die eigenlijk niet in een galerie hoort, vindt hij.
Op de academie heb ik alle technieken gedaan, hoor, schilderen, lassen, wat je maar wilt. Ik deed het graag, maar wist tegelijk dat ik ze niet zou gebruiken. Voor mij is beeld communicatie. Ik wil een idee overbrengen, een gedachte losmaken. Het is een soort filosofie, ook al zoiets nutteloos vergeleken bij de bakker die zijn brood bakt.
Veel van De Hoops kunstobjecten zijn op straat te vinden, in de openbare ruimte. Door kleine, vaak absurde ingrepen in het straatbeeld brengt hij iets ter sprake. Bijvoorbeeld door een foto van een kind dat lekker met zand zit te spelen in een perkje rond een boom (waar doorgaans de hondendrollen liggen opgestapeld) of op een verkeersheuvel op de weg. Op deze tentoonstelling hangt bijvoorbeeld een historische foto van de Amsterdamse Warmoesgracht. In het water zien we een nijlpaard zwemmen. De foto komt uit de reeks Proposals for New Nature Reserves.
Het rare aan die natuurreservaten is dat je de natuur helemaal niet kunt behouden zoals die oorspronkelijk was. De omstandigheden veranderen steeds, want natuur zonder de mens kennen we niet. Het aardige aan deze foto is dat de Warmoesgracht allang is gedempt. De Hoop maakte ook een fotoreeks met de activistische kunstenaar Jonas Staal, berucht om zijn 'gedenkteken' van Geert Wilders. Deze reeks van drie is De Hoops commentaar op de blikvernauwing van de radicale dierenbevrijders. We zien Staal Rob's Dierenshop binnengaan. Hij koopt een slang, later een leguaanachtig beest en nog weer later een tropische vis. Na keurig te hebben afgerekend (koopbon wordt door De Hoop gefotografeerd) staat de dierenbevrijder weer buiten. Wat nu?
De beesten worden vrijgelaten, dat wel. Maar daarna gaan ze een wisse dood tegemoet.
Jan-Hendrik Bakker
Een nijlpaard in de gracht
ROTTERDAM - Wat is de overeenkomst tussen een dierenactivist en een kunstenaar? Ze doen alle twee bevlogen, maar nogal nutteloos werk. Beeldend kunstenaar Harmen de Hoop zegt het met een grijns.
In zijn werkkamer ligt een dikke map met krantenknipsels over het doen en laten van de dierenbeweging. Vrijdag opent in West in Den Haag een tentoonstelling over dierenactivisme. Waarom zo'n onderwerp?
Alles waar meningen met elkaar botsen en belangen conflicteren, interesseert me, zegt de kunstenaar. Als we het over dieren hebben, gaat het eigenlijk over ons mensen. De manier waarop we nu met dieren omgaan, zegt veel over onszelf. Enerzijds heb je het strijdbaar idealisme van het Animal Liberation Front, terroristen zeggen sommigen. Hun idealisme is eenzijdig en fanatiek. Anderzijds is er de Partij voor de Dieren, waar het truttigheidsgehalte heel hoog is. Zo'n Marianne Thieme ontkent gewoon de hardheid van de werkelijkheid. Het is typisch romantiek uit de Vinex-wijk. Je moet wel in grote luxe leven om je druk te maken over de goudviskom.
Harmen de Hoop maakt kunst die eigenlijk niet in een galerie hoort, vindt hij.
Op de academie heb ik alle technieken gedaan, hoor, schilderen, lassen, wat je maar wilt. Ik deed het graag, maar wist tegelijk dat ik ze niet zou gebruiken. Voor mij is beeld communicatie. Ik wil een idee overbrengen, een gedachte losmaken. Het is een soort filosofie, ook al zoiets nutteloos vergeleken bij de bakker die zijn brood bakt.
Veel van De Hoops kunstobjecten zijn op straat te vinden, in de openbare ruimte. Door kleine, vaak absurde ingrepen in het straatbeeld brengt hij iets ter sprake. Bijvoorbeeld door een foto van een kind dat lekker met zand zit te spelen in een perkje rond een boom (waar doorgaans de hondendrollen liggen opgestapeld) of op een verkeersheuvel op de weg. Op deze tentoonstelling hangt bijvoorbeeld een historische foto van de Amsterdamse Warmoesgracht. In het water zien we een nijlpaard zwemmen. De foto komt uit de reeks Proposals for New Nature Reserves.
Het rare aan die natuurreservaten is dat je de natuur helemaal niet kunt behouden zoals die oorspronkelijk was. De omstandigheden veranderen steeds, want natuur zonder de mens kennen we niet. Het aardige aan deze foto is dat de Warmoesgracht allang is gedempt. De Hoop maakte ook een fotoreeks met de activistische kunstenaar Jonas Staal, berucht om zijn 'gedenkteken' van Geert Wilders. Deze reeks van drie is De Hoops commentaar op de blikvernauwing van de radicale dierenbevrijders. We zien Staal Rob's Dierenshop binnengaan. Hij koopt een slang, later een leguaanachtig beest en nog weer later een tropische vis. Na keurig te hebben afgerekend (koopbon wordt door De Hoop gefotografeerd) staat de dierenbevrijder weer buiten. Wat nu?
De beesten worden vrijgelaten, dat wel. Maar daarna gaan ze een wisse dood tegemoet.
Jan-Hendrik Bakker
Galeries.nl, february 2009, Anselma Bueler
Hoe krijg je het zo bij elkaar gefotografeerd. Het stoplicht staat op rood, de spoorboom is rood wit gestreept, en voor de rest is alles gekmakend gestreept. Je vraagt je ter plekke af; is de fotograaf Harmen de Hoop de schepper van dit stedelijke landschap, of de schilder op de foto die alles om zich heen reeds heeft voorzien van strepen en thans de laatste hand legt aan de stoplichtpaal? Deze man lijkt in zijn ééntje bezig om het decor dat wij stad noemen te creëren. Ook het bedrijf 'Carpetland' aan de overkant heeft hij neergezet door het mee te nemen in zijn schilderwerk. Even dacht hij tijdens zijn schilderwerk; ach weet je wat, ik schilder 'carpetland', wie weet dat de mensen die hier mogelijkerwijs gaan wonen, nog wel eens een tapijtje willen kopen. De stad; de natuurlijke habitat van de mens. Alleen, zouden er in deze geometrische omgeving wel mensen kunnen wonen en werken? De Hoop reduceert hier de stad tot een verzameling patronen, waar onmogelijk mensen kunnen wonen. Er is dan ook niemand op straat. Alleen de witte man. Dagelijks brengt hij nieuwe streepjes aan of werkt ze bij, voor als er mensen komen ooit... en die zullen komen hoor, want hij staat immers garant voor de menselijke soort.
Gisteren is de expositie in West geopend, en kun je zelf beoordelen wie hier aan het werk is geweest. En dan zie je dat hier het oog van een kunstenaar heeft gekeken. Zijn andere werken zijn ook van eenzelfde ogenschijnlijke toevalligheid. De kunstenaar trapte gewoon deze momenten op het juiste moment op de staart. En niet alleen dat; hij heeft de specifieke plekken in de openbare ruimte heimelijk gemanipuleerd. De interpretatie van de omgeving wordt daarmee anders; steeds weer komt de mens terug die hardnekkig bezig is zijn eigen wereld te creëren binnen de wereld waarin hij leeft. Waarom niet voetballen op een vluchtstrook als je daartoe een onweerstaanbare drang hebt. Je kunt dan wel beperkt zijn binnen je mogelijkheden, zolang je je eigen lijnen en kaders uitzet kun je idealistisch blijven.
Hoe krijg je het zo bij elkaar gefotografeerd. Het stoplicht staat op rood, de spoorboom is rood wit gestreept, en voor de rest is alles gekmakend gestreept. Je vraagt je ter plekke af; is de fotograaf Harmen de Hoop de schepper van dit stedelijke landschap, of de schilder op de foto die alles om zich heen reeds heeft voorzien van strepen en thans de laatste hand legt aan de stoplichtpaal? Deze man lijkt in zijn ééntje bezig om het decor dat wij stad noemen te creëren. Ook het bedrijf 'Carpetland' aan de overkant heeft hij neergezet door het mee te nemen in zijn schilderwerk. Even dacht hij tijdens zijn schilderwerk; ach weet je wat, ik schilder 'carpetland', wie weet dat de mensen die hier mogelijkerwijs gaan wonen, nog wel eens een tapijtje willen kopen. De stad; de natuurlijke habitat van de mens. Alleen, zouden er in deze geometrische omgeving wel mensen kunnen wonen en werken? De Hoop reduceert hier de stad tot een verzameling patronen, waar onmogelijk mensen kunnen wonen. Er is dan ook niemand op straat. Alleen de witte man. Dagelijks brengt hij nieuwe streepjes aan of werkt ze bij, voor als er mensen komen ooit... en die zullen komen hoor, want hij staat immers garant voor de menselijke soort.
Gisteren is de expositie in West geopend, en kun je zelf beoordelen wie hier aan het werk is geweest. En dan zie je dat hier het oog van een kunstenaar heeft gekeken. Zijn andere werken zijn ook van eenzelfde ogenschijnlijke toevalligheid. De kunstenaar trapte gewoon deze momenten op het juiste moment op de staart. En niet alleen dat; hij heeft de specifieke plekken in de openbare ruimte heimelijk gemanipuleerd. De interpretatie van de omgeving wordt daarmee anders; steeds weer komt de mens terug die hardnekkig bezig is zijn eigen wereld te creëren binnen de wereld waarin hij leeft. Waarom niet voetballen op een vluchtstrook als je daartoe een onweerstaanbare drang hebt. Je kunt dan wel beperkt zijn binnen je mogelijkheden, zolang je je eigen lijnen en kaders uitzet kun je idealistisch blijven.
oostkust, february 2009
Harmen de Hoop en het dierenbevrijdingsfront
Harmen de Hoop’s kunst reageert op conflicten en belangen van verschillende partijen, zo lees ik in een artikel. De expositie waar ik nu naar op weg ben is zijn reactie op ideeën van dierenactivisten. Zijn kunst gaat vooral over datgene wat op straat plaatsvindt. De inrichting en de besteding van de openbare ruimte. Aan de hand van foto’s laat hij absurde situaties zien, waarin hij iets toevoegt, combinaties die soms wrang, maar ook lachwekkend zijn, humor die de banaliteit van sommige ideeën en ongerijmde situatie’s weerleggen.
Den Haag, de lucht is grijs, de stad is grijs, zelfs de mensen lijken grijs. Alleen een bijna onmerkbaar knikje van een oudere heer met een wit hondje, verder zijn mensen vooral chagrijnig. Ik wijt het aan het weer, dat al dagenlang in een bedrukt soort grijsheid hangt. Voetgangers, stoplichten, groezelige maar interessante winkels, vooral tweedehands artikelen, gesorteerd op onderwerp. Een onduidelijke verkeerssituatie, tekens op de straat, stoplicht met kruisen op het licht, en een zebrapad met alweer kruisen geschilderd. Ik bedenk me dat het misschien een typische Harmen de Hoop-foto is.
West ligt aan een gracht, een mooi oud statig pand. Het is er rustig. De muren zijn wit en het is er licht. Sinds lange tijd breekt eindelijk buiten de zon door, het licht weerkaatst wit op de muren. In de eerste kamer hangen een rij foto’s. Het is een stapsgewijs proces, te beginnen bij de eerste foto. De foto’s zijn grappig, maar wrang tegelijk.
Harmen de Hoop fotografeert hoe een man, (kunstenaar Jonas Staal van Geert Wilder’s herdenkingsmonument en bomwrak auto’s fungeert hier als dierenactivist), de dierenwinkel in gaat, een rat koopt, er mee over straat loopt, en hoe hij de rat vrij laat op een hoop afval van vuilniszakken. Een foto is toegevoegd van de plattegrond in Rotterdam met een kruisje waar de rat is vrijgelaten.
Maar er zijn ook andere dieren. Je ziet opnieuw een foto van een dierenwinkel, een man die tussen de hokken gebukt zit, een dier kiest, ditmaal een hagedis. Een foto van de kassabon. Dit keer wordt het dier in vrijheid gesteld in een natuurgebied. Hetzelfde gebeurt met een slang. De hagedis en de slang zullen het waarschijnlijk niet overleven, maar de rat is nu vast in zijn nopjes.
In een grote kamer hangen grote foto’s, titel van deze reeks: Proposal for New Nature Reserves. Het valt me op dat de woorden ‘Proposal for’ slordig met de hand zijn geschreven. Grijzige zwart/wit foto’s. Op iedere foto is een dier te zien. Een nijlpaard, een gorilla, een tijger, een slang, aasgieren. Het zijn dieren die in onze omgeving niet voorkomen. De gecultiveerde wereld heeft geen plaats voor de natuurlijke omstandigheden van deze dieren. De dieren leven in een flat, een binnenplaats van een gebouw, in een gracht van een stad.
De foto’s lijken tijdloze archieffoto’s, vage herinneringen aan oude architectuur, de dieren zijn erin gefotoshopt. Ze passen niet, en andersom ook niet, de omgeving past niet bij de dieren. Ze zijn in kleur, alsof zij echt zijn en de omgeving zwart/wit, al voorbij is. En toch, toch moet volgens de foto’s de omgeving passen bij de dieren, oef, dat wringt. Als zout in koffie, als wortel met een sinaasappel of als sinaasappel met tandpasta. Ook bij deze foto’s is er een open einde, is er geen oordeel, alleen ‘het laten zien’.
Harmen de Hoop en het dierenbevrijdingsfront
Harmen de Hoop’s kunst reageert op conflicten en belangen van verschillende partijen, zo lees ik in een artikel. De expositie waar ik nu naar op weg ben is zijn reactie op ideeën van dierenactivisten. Zijn kunst gaat vooral over datgene wat op straat plaatsvindt. De inrichting en de besteding van de openbare ruimte. Aan de hand van foto’s laat hij absurde situaties zien, waarin hij iets toevoegt, combinaties die soms wrang, maar ook lachwekkend zijn, humor die de banaliteit van sommige ideeën en ongerijmde situatie’s weerleggen.
Den Haag, de lucht is grijs, de stad is grijs, zelfs de mensen lijken grijs. Alleen een bijna onmerkbaar knikje van een oudere heer met een wit hondje, verder zijn mensen vooral chagrijnig. Ik wijt het aan het weer, dat al dagenlang in een bedrukt soort grijsheid hangt. Voetgangers, stoplichten, groezelige maar interessante winkels, vooral tweedehands artikelen, gesorteerd op onderwerp. Een onduidelijke verkeerssituatie, tekens op de straat, stoplicht met kruisen op het licht, en een zebrapad met alweer kruisen geschilderd. Ik bedenk me dat het misschien een typische Harmen de Hoop-foto is.
West ligt aan een gracht, een mooi oud statig pand. Het is er rustig. De muren zijn wit en het is er licht. Sinds lange tijd breekt eindelijk buiten de zon door, het licht weerkaatst wit op de muren. In de eerste kamer hangen een rij foto’s. Het is een stapsgewijs proces, te beginnen bij de eerste foto. De foto’s zijn grappig, maar wrang tegelijk.
Harmen de Hoop fotografeert hoe een man, (kunstenaar Jonas Staal van Geert Wilder’s herdenkingsmonument en bomwrak auto’s fungeert hier als dierenactivist), de dierenwinkel in gaat, een rat koopt, er mee over straat loopt, en hoe hij de rat vrij laat op een hoop afval van vuilniszakken. Een foto is toegevoegd van de plattegrond in Rotterdam met een kruisje waar de rat is vrijgelaten.
Maar er zijn ook andere dieren. Je ziet opnieuw een foto van een dierenwinkel, een man die tussen de hokken gebukt zit, een dier kiest, ditmaal een hagedis. Een foto van de kassabon. Dit keer wordt het dier in vrijheid gesteld in een natuurgebied. Hetzelfde gebeurt met een slang. De hagedis en de slang zullen het waarschijnlijk niet overleven, maar de rat is nu vast in zijn nopjes.
In een grote kamer hangen grote foto’s, titel van deze reeks: Proposal for New Nature Reserves. Het valt me op dat de woorden ‘Proposal for’ slordig met de hand zijn geschreven. Grijzige zwart/wit foto’s. Op iedere foto is een dier te zien. Een nijlpaard, een gorilla, een tijger, een slang, aasgieren. Het zijn dieren die in onze omgeving niet voorkomen. De gecultiveerde wereld heeft geen plaats voor de natuurlijke omstandigheden van deze dieren. De dieren leven in een flat, een binnenplaats van een gebouw, in een gracht van een stad.
De foto’s lijken tijdloze archieffoto’s, vage herinneringen aan oude architectuur, de dieren zijn erin gefotoshopt. Ze passen niet, en andersom ook niet, de omgeving past niet bij de dieren. Ze zijn in kleur, alsof zij echt zijn en de omgeving zwart/wit, al voorbij is. En toch, toch moet volgens de foto’s de omgeving passen bij de dieren, oef, dat wringt. Als zout in koffie, als wortel met een sinaasappel of als sinaasappel met tandpasta. Ook bij deze foto’s is er een open einde, is er geen oordeel, alleen ‘het laten zien’.